Boeddhisme

de Dharma

de Dharma

Het woord Dharma betekent: de leer of het onderricht van de Boeddha. De Dharma is slechts bedoeld als richtingaanwijzer die leidt naar Inzicht, ‘als een vinger die naar de maan wijst’.

Een vraag die Maha Pajapati Gautami, de tante van de Boeddha, aan de Boeddha stelt: “Hoe kan ik weten wat echt jouw leer is, wat de Dharma is?”

Het antwoord van de Boeddha is in de Pali-geschriften te vinden. Hij zei: “Maak je geen zorgen. Vat het zo op: alles wat in de praktijk tot gemoedsrust leidt, tot zuiverheid, afzondering, weinig verlangens, tevredenheid, inzicht, wijsheid, tot onthechting van de wereld en tot inzicht in wat deze wereld overstijgt, alles wat in je eigen ervaring tot deze doeleinden leidt, vat dat op als de Dharma, vat dat op als mijn leer.”

Dit is het principe, dit is de richtlijn die de Boeddha zelf geeft.

Het boeddhisme zegt ook: “Kom en zie zelf.” Het is nogal opmerkelijk dat de Dharma, in het Pali Ehipassiko Dhamma wordt genoemd, de leer die zegt: ehu (komen) en passiko (zien). Kom en zie zelf. Aanvaard niets op gezag. Hecht geen geloof aan iets omdat de Boeddha het zegt. Geloof op grond van eigen inzicht, ervaring en toetsing – uitsluitend op grond daarvan.

In een van de opvallendste passages in de geschriften zegt de Boeddha tegen zijn leerlingen: “O monniken, aanvaard niets uit louter eerbied voor mij. Zoals goud in het vuur wordt getest, test zo mijn woorden in het vuur van je eigen spirituele ervaring.”